Slapende dienstverbanden: doorlopende opbouw van vakantiedagen en de transitievergoeding
Wat waren de feiten van de casus?
In 2019 raakte de werknemer arbeidsongeschikt als gevolg van een motorongeluk. Binnen de periode van 104 weken na ziekmelding herstelde hij niet. Het UWV vond dat de werkgever zijn re-integratieplicht niet was nagekomen en legde een loonsanctie op. Na afloop van de loondoorbetaling kwam op de vraag of de werknemer ook vakantiedagen opbouwt over de periode na de loonsanctie. De werknemer verzocht om uitbetaling van de opgebouwde, maar niet-genoten vakantiedagen. Volgens hem bouwden werknemers vakantiedagen op tijdens én na de loondoorbetaling, dus ook tijdens het ‘slapend dienstverband’. De werkgever vond dat de opbouw alleen gold tijdens de wachttijd en loonsanctie, en niet daarna.
Hoe oordeelde de rechtbank?
De rechtbank stelt vast dat in de Nederlandse wet de opbouw van vakantiedagen samenhangt met de periode waarin loon wordt ontvangen. Dus zou de werknemer na het einde van de loondoorbetaling géén vakantiedagen meer opbouwen.
[....]